Het Leerlingvolgsysteem

Het leerlingvolgsysteem                                             

 

Om goed inzicht te krijgen in de vorderingen van uw kind, maakt de leerkracht gebruik van verschillende soorten informatie. U kunt dan denken aan: 

  • Observaties van uw kind in allerlei situaties;
  • Dagelijks werk van uw kind;
  • Toetsen die bij de verschillende methodes horen;
  • Gesprekken met u, collega's, de interne begeleiders en de schoolleiding;
  • Methode-onafhankelijke leerlingvolgsystemen zoals Cito-Leerling in Beeld, SCOL en MijnKleutergroep.

Met de toetsen die horen bij het lesmateriaal volgen wij hoe ver leerlingen op een bepaald vakgebied zijn en of de klas op schema zit. Van die toetsen merkt u als ouder niet veel. Ze vormen een onderdeel van de lessen.

Dit geldt niet voor de Cito-toetsen van het Leerlingonderwijsvolgsysteem. De algemene, landelijke Cito-toetsen meten de resultaten los van de eigen leermethoden. Deze toetsen vinden meestal twee keer per jaar plaats (januari/februari en mei/juni).

 

Wat is het leerlingvolgsysteem?

Volgens de wet moet elke school de vorderingen van leerlingen volgen. Het Leerlingonderwijsvolgsysteem (LOVS) is een hulpmiddel om kinderen tijdens hun hele basisschooltijd in hun leerontwikkeling te volgen. Dit gebeurt met behulp van toetsen. Met welke toetsen dat gebeurt, is niet voorgeschreven. Er zijn verschillende methodeonafhankelijke toetsen op de markt. Wij volgen de leerontwikkeling met de toetsen van Leerling in Beeld (Cito-groep) en de sociaal-emotionele ontwikkeling met SCOL. Wij toetsen de midden- en bovenbouwleerlingen op spelling, rekenen, begrijpend en technisch lezen. Voor de groepen 1 en 2 werken wij met het observatie instrument MijnKleutergroep om de ontwikkeling in brede zin te volgen.

 

Waarom een leerlingvolgsysteem?

Door de vorderingen van elk kind in het oog te houden, kan het onderwijsprogramma zo goed mogelijk op de leerling worden afgestemd. Bovendien kan de school snel ingrijpen als er opvallendheden zijn in de ontwikkeling. Ook krijgt de leerkracht inzicht in hoe de klas het als geheel doet. Met het leerlingvolgsysteem heeft de school ook een mooi instrument om naar de kwaliteit van het onderwijs te kijken op schoolniveau.

Tenslotte kan een school ook kijken hoe haar leerlingen scoren ten opzichte van het landelijk gemiddelde.

   

Wat meet een Cito-toets?

De Cito-toetsen richten zich op het meten van de ontwikkeling van de zogenaamde cognitieve (wat weet het kind en wat kan het) vaardigheden.

Zaken als intelligentie, werkhouding en creativiteit worden alleen indirect getoetst. De sociaal-emotionele ontwikkeling blijft helemaal buiten beeld. Op De Mussenberg gebruiken wij daarvoor SCOL.

 

Cito resultaten

Bij een I t/m III score, is er in principe niets aan de hand. Maar als een kind een IV of een V scoort, betekent dit dat het extra aandacht nodig heeft. Ook wanneer een kind in vergelijking met eerdere momenten opeens lager scoort, is actie geboden. Dat geldt ook als een kind met een regelmatige I of II score opeens een veel lagere score haalt. Zijn de resultaten altijd op IV of V niveau, dan betekent dit niet dat het kind onvoldoende scoort, maar dat het dan presteert binnen zijn of haar mogelijkheden en in eigen tempo vooruit gaat.

 

 

Wat doen we op De Mussenberg met de resultaten?

 

Signaleren

De eerste fase, het signaleren, start met het afnemen en nakijken van de toetsen. De resultaten worden verwerkt in de computer waar de scores van de leerlingen worden omgezet in een cijferwaardering (I - V). De toetsresultaten geven een goed beeld van de vorderingen van iedere leerling afzonderlijk maar ook van de groep als geheel.

 

Analyseren

Wanneer de leerkracht constateert dat een leerling - en dat geldt voor alle leerlingen - onvoldoende vooruit gaat of een te lage score haalt, zoekt de leerkracht uit waarmee die leerling problemen heeft. Ook kan de interne begeleider samen met de leerkracht analyseren wat precies de problemen zijn.

 

Het is goed mogelijk dat een leerling op de Cito-toetsen anders scoort dan op de methodegebonden toetsen. De inhoud van de Cito-toetsen is een gemiddelde van de inhoud van diverse methoden die op basisscholen gebruikt worden. Dit kan betekenen dat het CITO onderdelen toetst die in sommige methoden nog niet aan bod gekomen zijn. Dit wordt natuurlijk goed door ons bekeken. Er kunnen ook andere oorzaken zijn. Alle factoren worden meegenomen in een analyse.

 

Handelen

Is het beeld van de leerling helder (aangevuld met de gegevens van de methodegebonden toetsen), dan stelt de leerkracht vast welke actie er ondernomen moet worden. De leerkracht maakt, indien nodig, een plan en biedt dan gerichte steun. Soms wordt er hulp van de ouders gevraagd en is thuis oefenen een welkome ondersteuning. Soms betreft de actie een plan voor de hele groep, om specifieke leerstof nog eens aan de orde te stellen.

 

Kwaliteitszorg

Het leerlingvolgsysteem is niet alleen een krachtig hulpmiddel als het gaat om een optimaal leerproces voor iedere individuele leerling. Het is daarnaast onmisbaar voor de kwaliteitszorg. Het laat namelijk zien in welke mate iedere groep erin slaagt de doelen voor dat jaar te bereiken. Bovendien geeft het antwoord op een aantal belangrijke vragen. Is alles volgens plan gegaan? Waar moeten we onze aandacht in het bijzonder op richten? Wat behoeft verbetering? Ook op schoolniveau is het een instrument om de kwaliteit van het onderwijs hoog te houden. Het geeft ons de informatie die wij nodig hebben om gericht te kunnen blijven werken aan verbetering van ons onderwijs!